Handappel (Malus Domestica ‘Elstar’)

Herkomst
De Malus (Latijnse naam van de appel) is een oude fruitbomensoort die in de gematigde gebieden van Europa voorkomt tot in de richting van Rusland. De Chinezen begonnen met het kruisen van appelbomen om betere en grotere appels te kweken. Pas in de Romeinse tijd werden appelbomen bekender en werden ze door Europa verspreid.

Kenmerken
Deze groengele appel heeft vaak een rode blos en is geschikt als handappel, maar ook om te verwerken tot appelmoes of appeltaart. De witroze bloesem verschijnt in het voorjaar. Vanaf september kan worden geoogst en het voordeel van de Elstar is dat ze heel lang bewaarbaar zijn op een koele en donkere plaats. De witte bloesem verschijnt in april of mei. Voor de bestuiving van de bloemen is niet persé een andere boom nodig, maar kruisbestuiving geeft wel meer vruchten. Goede bestuivers zijn: ‘Cox orange pippin’, ‘Golden Delicious’ en ‘James Grieve’. De ‘Elstar’ appelboom kan maximaal 5 meter hoog worden, maar is door regelmatig te snoeien veel kleiner te houden.

De Elstar appel is heel bekend en wordt vaak aangeboden in winkels als kinderappel, omdat het vruchtvlees sappig en zoet van smaak is.

Verzorging
Het snoeien van appelbomen is het makkelijkst wanneer de boom kaal is, tussen januari en eind maart. Snoei niet bij vorst, omdat de snoeiwonden dan kunnen bevriezen. Vruchten ontstaan vooral aan horizontaal groeiende takken, verticaal groeiende takken kunnen worden uitgebogen, door ze met touw vast te zetten. Als de kruin van de boom teveel dichtgroeit komt er te weinig licht bij de vruchten, daarom is het goed een paar takken weg te halen, vooral de takken die elkaar kruisen of recht omhoog groeien. Na de bloei worden gelijk de vruchten gevormd, waarna er een natuurlijke rui volgt. Hierbij valt een gedeelte van de vruchtjes van de boom. Halverwege de zomer is het goed om zelf nog een gedeelte van de vruchten te dunnen, omdat de boom zich anders teveel uitput en het jaar daarna weinig of geen vruchten krijgt. Dit heet ‘beurtjaren’, wat bij appels veel voorkomt. Door per tak maar een paar appels aan te houden worden de vruchten groter en sappiger en krijg je ieder jaar een goede oogst. Bij het dunnen kies je de mooiste en grootste vruchten uit om te behouden en de minder goede vruchten haal je weg. Pas op dat hierbij de vruchtknoppen niet beschadigen! Als je in de zomer lange takken verticaal ziet groeien (waterloten) dan kunnen deze gelijk kort gesnoeid worden. Appelbomen houden van vruchtbare grond, geef daarom ieder voorjaar wat natuurmest bij de wortels.

Extra informatie
Iedere plant groeit en bloeit op zijn eigen manier en zal per seizoen en per plant verschillen.
De getoonde plant kan afwijken qua vorm en maat van de aankoop in de winkel of webshop.